woensdag 28 mei 2014

Dialect.

Ok, ik geef het toe, ik heb mijn blog verwaarloosd. Ik heb er stiekem wel spijt van, want het schrijven zelf vind ik best leuk. Ik twijfel tegenwoordig echter altijd aan mijn spelling en grammatica, waardoor het schrijven van mijn epistels moeizamer verloopt.  Dat niet alleen, ook tijdens het spreken slaat de twijfel soms toe. Als ik mij er een lange tijd niet mee bezig houd, gaat het duidelijk moeizamer en betrap ik mezelf op het gebruiken van dialect en tussentaal.

Je kan je wel inbeelden, dat ik daardoor, tijdens mijn mondeling examen Nederlands, ontzettend zenuwachtig was. Mits enkele fouten, bleek het gelukkig toch voldoende te zijn. Mijn stage was dan weer uitermate geslaagd. Ik heb enkel goede feedback gekregen van de mentor, ook wat mijn spreektaal en mijn uitspraak tijdens het voorlezen betrof. Hoewel ze heel af en toe een accent hoorde in mijn spraak was het, volgens haar, zeer mooi gesproken. De meeste kinderen in de klas spraken een vrij zwaar dialect. De mentor vertelde mij dat ze het eigenlijk wel goed vindt dat mensen hun dialect niet helemaal verwaarlozen. Het is immers een deel van onze geschiedenis en onze samenleving.

Ik geef haar daar persoonlijk wel gelijk in. Het spijtige is echter dat het echte dialect vrijwel verdwenen is. Iedereen spreekt een mengeling, een tussentaal. Ikzelf, ben opgegroeid in Schiplaken, opgevoed met een vader uit Rumst, een moeder die algemeen Nederlands sprak tegen ons en grootouders uit Hofstade. Ik ging eerst in Perk naar school en later in Mechelen, waar ik nu ook werk met collega's vanuit heel Vlaanderen. Ik heb lange tijd in Muizen gewoond en woon sinds kort in Lint. Tot en met de lagere school sprak ik vrij mooi, nu eerder een allegaartje van verschillende dialecten. Eerder een tussentaal die dan momenteel meer neigt naar het Lints dialect. Ik heb immers de rare gewoonte onmiddellijk het dialect en de uitspraak over te nemen van diegenen waarmee ik praat. Gelukkig heb ik minder moeite om algemeen Nederlands te spreken tegen kinderen. Het lukt mij dus aardig, om algemeen Nederlands te spreken, tegen zowel mijn dochter van 2,5, als tegen de kleuters van de klas.

Over het feit dat echt dialect spreken mag of niet, bestaat nogal wat onenigheid. Hier is ook al menig debat over gevoerd. Hieronder vind je een interessante aflevering van" Phara" over dialect en tussentaal, met professor Johan Taeldeman.






Persoonlijk vind ik dat iedereen de standaardtaal, of het 'Algemeen Nederlands' moet beheersen, wanneer dit gewenst is. Het zou bijvoorbeeld wel raar zijn moesten presentatoren in hun dialect, de programmatie aankondigen.  Dit zou bijvoorbeeld klinken zoals volgende 3 voorbeelden.
 voorbeeld 1,   voorbeeld 2,   voorbeeld 3.

Naast deze standaardtaal zou iedereen zijn of haar dialect,of meerdere dialecten, moeten kunnen onderhouden.  Hierbij spreek ik wel over de echte dialecten, met een heel eigen vocabulaire en rijke klanken, niet de tussentaal die men vaak gebruikt. Tussentaal mag voor mijn part verdwijnen.

Voor de mensen die verschillende dialecten wel interessant vinden, vind je hier een link naar Youtube met de  ludieke afleveringen van "Man over woord". Een programma op Canvas over taal.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten