dinsdag 31 mei 2016

Werken met een Bee-Bot

Deze week draaide alles in de reuzenklas van de Andreas Vesalius gemeentelijke basisschool rond papa's moestuin. Dit naar aanleiding van Vaderdag en de plantjes die moesten ingezaaid worden.
 

Omdat wij nog niet zoveel wisten over de moestuin, kwam mijnheer Worm - wormpje voor de vrienden- ons helpen. Op woensdag bracht hij ook een vriendinnetje mee, Bieke de bij. Een robotje in de vorm van een bij. Zij had al veel gehoord over de klas en wilde ook wel eens meespelen. De kleuters waren laaiend enthousiast. Ze speelden twee spelletjes met Bieke.
 
 
 
 
 
 In groepjes van vier lieten ze Bieke van het huis naar de moestuin wandelen langs de juiste groenten. Hiervoor moesten ze vooraf goed de te volgen weg bekijken en de stappen uittellen, waarna ze aan de hand van pijltjestoetsen Bieke juist probeerden te programmeren. Hilariteit alom natuurlijk wanneer Bieke de verkeerde kant op reed. Opnieuw beginnen dan maar.

 
 
 
 
 
 
 
 

 
 


Wanneer de kleuters dit goed onder de knie hadden, speelden ze met haar een gezelschapsspel. Ze gooiden met een dobbelsteen en lieten Bieke dan een aantal vakjes verder gaan. Zo probeerden ze vier verschillende groenten en een harkje te verzamelen. Maar opgepast, als ze op een kip of een varken kwamen moesten ze een kaartje terug leggen.  
 
 
 
 

Wormpje had niet alleen spelletjes en leuke materialen meegebracht deze week. Nee hoor, hij had ook echte werkjes voor ons. We onderzochten wat zaadjes nodig hebben om te groeien, wat wormen onder de grond doen en mochten ook met een microscoop werken. Door de microscoop konden we het kiemen van de zaden, de bladstructuur van de planten en alle kleine deeltjes en diertjes in de humus ontdekken. Het was heel moeilijk om de microscoop juist in te stellen. Maar eens dit lukte, waren we verwonderd. We schreven alles op in het veldjournaal. Spijtig genoeg groeiden onze plantjes niet snel genoeg, dus konden we hier geen stop motion filmpje mee maken. Dit werd opgelost met een filmpje van op het internet.  
 
 

 
 



woensdag 28 mei 2014

Haast en spoed.....

Dit wordt mijn laatste bericht voordat ik mijn blog indien.
Misschien dat ik, na het krijgen van mijn punten, toch af en toe nog wat post.

De laatste twee maanden waren nogal hectisch. Daar bovenop kwam dan nog het feit dat een klein stemmetje in mijn achterhoofd bleef herhalen: "Je werkt niet voor school, je gaat het niet halen!" Momenteel ben ik enkele vakken volledig aan het afronden, waaronder dus het vak taalvaardigheden. Ik probeer niet te ver vooruit te denken, eerder stap voor stap, first things first.


Net zoals bij het vertellen van een verhaal, kan je je bij de opdrachten best niet teveel haasten. Je gaat na een tijd te snel en je maakt fouten. Ook bij mijn dochter en bij de kleuters heb ik dit gemerkt. Hoe meer spoed je erachter wil zetten, hoe meer zij tegenwerken. Tijd is immers iets relatief en voor kinderen gaat de tijd nu eenmaal trager. Zij doen ook alles trager, daardoor genieten zij meer van dingen. Hierdoor weet ik dat ik nu gewoon goed moet doorwerken, en vooral niet te perfectionistisch moet zijn. Niet blijven twijfelen, maar gewoon indienen. Bij deze gaan we dat ook doen, na een klein gedichtje dat net in me kwam opborrelen.

De tijd.
Als de dagen langer zouden duren, en alles sneller zou gaan.
Als ze bestonden uit veel meer uren, en ik alles kreeg gedaan.
Dan had ik meer tijd om te genieten, van lawaai maken, rijmen en zingen.
Van kijken naar de regen als het begint te gieten, om dan heel hard in de plassen te springen.
Kijken naar beestjes die kruipen, luisteren naar niets en alles tegelijk.
Dan had ik net als kleine kinderen de tijd gewoon te genieten van kleine dingen,
dingen waar ik nu vaak niet eens naar kijk.


Tot blogs iedereen!

Dialect.

Ok, ik geef het toe, ik heb mijn blog verwaarloosd. Ik heb er stiekem wel spijt van, want het schrijven zelf vind ik best leuk. Ik twijfel tegenwoordig echter altijd aan mijn spelling en grammatica, waardoor het schrijven van mijn epistels moeizamer verloopt.  Dat niet alleen, ook tijdens het spreken slaat de twijfel soms toe. Als ik mij er een lange tijd niet mee bezig houd, gaat het duidelijk moeizamer en betrap ik mezelf op het gebruiken van dialect en tussentaal.

Je kan je wel inbeelden, dat ik daardoor, tijdens mijn mondeling examen Nederlands, ontzettend zenuwachtig was. Mits enkele fouten, bleek het gelukkig toch voldoende te zijn. Mijn stage was dan weer uitermate geslaagd. Ik heb enkel goede feedback gekregen van de mentor, ook wat mijn spreektaal en mijn uitspraak tijdens het voorlezen betrof. Hoewel ze heel af en toe een accent hoorde in mijn spraak was het, volgens haar, zeer mooi gesproken. De meeste kinderen in de klas spraken een vrij zwaar dialect. De mentor vertelde mij dat ze het eigenlijk wel goed vindt dat mensen hun dialect niet helemaal verwaarlozen. Het is immers een deel van onze geschiedenis en onze samenleving.

Ik geef haar daar persoonlijk wel gelijk in. Het spijtige is echter dat het echte dialect vrijwel verdwenen is. Iedereen spreekt een mengeling, een tussentaal. Ikzelf, ben opgegroeid in Schiplaken, opgevoed met een vader uit Rumst, een moeder die algemeen Nederlands sprak tegen ons en grootouders uit Hofstade. Ik ging eerst in Perk naar school en later in Mechelen, waar ik nu ook werk met collega's vanuit heel Vlaanderen. Ik heb lange tijd in Muizen gewoond en woon sinds kort in Lint. Tot en met de lagere school sprak ik vrij mooi, nu eerder een allegaartje van verschillende dialecten. Eerder een tussentaal die dan momenteel meer neigt naar het Lints dialect. Ik heb immers de rare gewoonte onmiddellijk het dialect en de uitspraak over te nemen van diegenen waarmee ik praat. Gelukkig heb ik minder moeite om algemeen Nederlands te spreken tegen kinderen. Het lukt mij dus aardig, om algemeen Nederlands te spreken, tegen zowel mijn dochter van 2,5, als tegen de kleuters van de klas.

Over het feit dat echt dialect spreken mag of niet, bestaat nogal wat onenigheid. Hier is ook al menig debat over gevoerd. Hieronder vind je een interessante aflevering van" Phara" over dialect en tussentaal, met professor Johan Taeldeman.






Persoonlijk vind ik dat iedereen de standaardtaal, of het 'Algemeen Nederlands' moet beheersen, wanneer dit gewenst is. Het zou bijvoorbeeld wel raar zijn moesten presentatoren in hun dialect, de programmatie aankondigen.  Dit zou bijvoorbeeld klinken zoals volgende 3 voorbeelden.
 voorbeeld 1,   voorbeeld 2,   voorbeeld 3.

Naast deze standaardtaal zou iedereen zijn of haar dialect,of meerdere dialecten, moeten kunnen onderhouden.  Hierbij spreek ik wel over de echte dialecten, met een heel eigen vocabulaire en rijke klanken, niet de tussentaal die men vaak gebruikt. Tussentaal mag voor mijn part verdwijnen.

Voor de mensen die verschillende dialecten wel interessant vinden, vind je hier een link naar Youtube met de  ludieke afleveringen van "Man over woord". Een programma op Canvas over taal.

Leuke klasindeling.

Ik heb mijn stage gedaan in de Sint - Cajetanusschool in Perk.
Het was een fantastische ervaring en ik heb veel bijgeleerd.
Ik wil daarom graag mijn mentor, juf Lin, en alle andere leerkrachten bedanken.

Hieronder enkele foto's van de klasindeling van de derde kleuterklas. (de wolkjesklas)
In dit kleine klasje zitten 25 kleuters, maar hoewel niet zo groot, is er door deze indeling meer dan genoeg plaats.

Boekenhoek in het stapelbed, met daaronder de zandbak.


De puzzelhoek.
De inkomdeur met meetlat en nog een tafel van de puzzelhoek.


In de kring zitten de kleuters op de speelgoedbakken.
De klaspoppen "Moetie en Maggie" en de jaarkalender.
De weekplanning en daarnaast de taakjes met de kleuters hun symbooltjes.
Het keuzebord met de activiteiten voor het hoekenwerk.

De tafels om aan te knutselen en schilderen.

Nogmaals dezelfde tafels samen met de materiaalkast van de juf en de droogoven.
Hier leggen de kleuters hun werkjes in wanneer deze moeten drogen.
Rechts zien we de "poppenhoek".



Zicht op boekenkast en poppenhoek.

Het winkeltje in de poppenhoek.


De poppenhoek.











dinsdag 18 maart 2014

Observatiestage.

Vorige week ben ik 3 dagen naar mijn oude schooltje gegaan voor observatiestage.
Het was in 1 woord 'geweldig'!

Ik mocht gaan volgen in de derde kleuterklas, bij juf Lin. Het klasje was gezellig, vrolijk en functioneel ingericht en al leek de ruimte in het begin wat klein, toch konden alle 25 kleuters er gemakkelijk in. De kleuters zelf waren lekker actief en rumoerig en deden enthousiast mee met de spelletjes en lessen. Waarschijnlijk kwam dit ook doordat de juf zelf zo enthousiast en expressief was. Door haar aan het werk te zien heb ik ook weer meer bijgeleerd wat mijn taalvaardigheid betreft. Vooral de manier waarop ze de aandacht trok door haar stem te laten dalen of door zachter te praten. Dit maakte het ook spannend voor de kleuters, waardoor zij, bij het stellen van vragen, sneller reageerden. 

Het vertellen van het verhaal was ook leuk. Ze gebruikte niet echt stemmetjes, maar vertelde gewoon het verhaal. Na het lezen van twee bladzijden liet ze de prenten zien. Ze vertelde mij, dat je bij jongere kleuters, het boek best altijd met de prenten naar de klas gedraaid houdt. Dit is bij de oudste kleuters niet echt meer nodig. De kinderen en ik luisterden in ieder geval geboeid en antwoordden juist op al haar vragen.

Wanneer juf Lin naar de refter ging met de kleuters die 's middags op school bleven eten, ben ik nog even in de kring gebleven, met de kinderen die naar huis moesten. Dit was een mengeling van verschillende kleuterklasjes.
Ik heb er op dat ogenblik dan maar van geprofiteerd om, bij wijze van oefening, ook een boek voor te lezen. Het verhaal was echter wat moeilijk voor hen, dus ben ik over gegaan op vertellend lezen. Het was zeer fijn te merken dat ze allemaal heel aandachtig luisterden en dat er veel interactie was. Het was zelfs zo spannend dat de mama's en papa's iets langer op de speelplaats hebben moeten wachten.

Binnen twee weken is het mijn beurt om les te geven, en in die week heb ik ook mijn mondeling examen van taalvaardigheid. Ik ben benieuwd, maar bovenal zenuwachtig. 






donderdag 6 maart 2014

Bedenkingen bij voorlezen.


voorlezen
Mijn dochter is mijn proefkonijn. Haar vader ook, maar die durft af en toe gaan lopen. Duchtig aan het voorlezen dus. Oefenen, oefenen en oefenen.
Met stemmetjes, zonder stemmetjes, met uitbeelden, met veel vragen, zonder vragen, enz. enz.

Vele boeken zijn reeds de revue gepasseerd, en de mensen van de kinderbibliotheek kennen mij ondertussen ook al. Vandaag begon ik mij echter af te vragen of alle kinderboeken wel goed zijn voor kinderen. Ik heb het hier niet over het feit dat ze wel geschikt zijn voor een bepaalde leeftijd, maar over de onderwerpen. 

Vandaag las ik het mooie verhaal "Welterusten kleine beer" voor. Dit gaat over een beertje dat bang is in het donker. Telkens haalt grote beer een grotere lantaarn, tot heel de grot verlicht is. Nu is kleine beer enkel nog bang voor het donker buiten. Grote beer laat hem de maan zien die alles lichter maakt en kleine beer valt in slaap. Aangezien mijn dochter van twee gefascineerd is door de maan en de sterren en het toch bedtijd was, heb ik dit verhaal voorgelezen. Ook heb ik telkens de nadruk gelegd op licht en donker en op het feit dat die kleine beer toch niet zo flink is, omdat hij niet direct gaat slapen. Bewust ben ik niet echt ingegaan op het feit dat die kleine beer bang is in het donker. Natuurlijk komt deze zin er wel enkele keren in voor. Sorcha vond het een mooi verhaal en antwoordde juist op al mijn vragen over licht en donker. Ze wees de maan en de sterren aan en vond kleine beer ook niet flink, want: "Mama je mag niet ondersteboven staan in bedje hè."Nadat ik haar welterusten had gewenst deed ik het licht uit en wilde ik de deur sluiten, toen ik plots een fijn stemmetje hoorde zeggen: " Mama, mag ook lichtje aan? Sorcha ook bang van donker."

"Neeeeeeeeee!"

Kunnen kinderen door boeken juist een angst krijgen? Worden zij ook al beïnvloed door zo een onschuldig boek of is dit gewoon een kwestie van na-apen. Moet ik deze boeken weren of eerder uitleggen dat andere kindjes soms wel bang zijn, maar daarom zij niet?

http://users.telenet.be/ark123/1d/Verhaaltjes/kikker%20is%20bang.jpg
Aangezien ik net met pedagogie bezig ben, heb ik het maar pedagogisch aangepakt. Ik ben naast haar gaan zitten en heb verteld over kindjes die bang zijn in het donker. Net als het verhaal van "Kikker is bang." Soms zijn de kindjes bang, maar is er helemaal niets. Sorcha is niet bang in het donker en haar beer en konijn ook niet. Als Sorcha echt bang is mag ze mama roepen en dan komt mama eens kijken wat haar bang heeft gemaakt.

De kleine meid knikte heel serieus, antwoordde:"Je bent lief mama", en viel in slaap voordat haar hoofd haar kussentje raakte.
Mama kon met traantjes in de ogen naar beneden.
"Want, weet je, iedereen is wel eens bang." (uit kikker is bang)




Een leuke site over voorlezen

Een artikel over de invloed van voorlezen op de sociaal-emotionele ontwikkeling van kleuters.



woensdag 22 januari 2014

De bibliotheek, een belevenis.

Net terug van een voormiddag 'billiotheken', zoals mijn dochtertje het noemt.
Eigenlijk was ik nog helemaal niet klaar om naar de bewoonde wereld terug te keren. Ik heb zeker nog duizenden kinderboeken te bekijken in "de bib van Mechelen".

Natuurlijk ben ik er naartoe gegaan met één specifiek doel. Ik moest en zou op een voormiddag het meest fantastische kinderboek vinden, waaruit zonder moeite creatieve ideeën zouden voortvloeien.
Op die manier zou ik toch tegen het einde van deze week iets in elkaar kunnen steken voor muzische grondhouding.

Niets  is minder waar.  Mijn dochtertje moest en zou mee gaan 'billiotheken'. "Sorcha boekje lezen mama, en dan Sorcha vertellen." Ok geen probleem. Jas en schoenen aan en wij tweetjes naar de bib.
Heel parmantig zat ze in een grote zetel met zoveel mogelijk boekjes over konijnen rond haar.
Dit wil dus eigenlijk zeggen dat ik eerst een uur konijnenboekjes heb gezocht.
Tijdens die zoektocht kom je natuurlijk andere leuke en interessante boekjes tegen. Na ook die allemaal gelezen te hebben ben ik maar via de computer op zoek gegaan naar boeken uitgegeven vanaf 2007. (Dat was namelijk een voorwaarde.) Een hele lijst verscheen op mijn scherm.  Moest ik daar tussen kiezen? Ik weet wat er verwacht wordt voor dat vak en wil best creatief zijn, maar heb totaal geen idee met welk boekje ik creatief wil zijn. Na enkele boekjes opgeschreven te hebben ben ik aan mijn zoektocht tussen de rekken begonnen.

Ik had nog maar net drie boekjes in mijn hand of ik hoorde een bekend stemmetje ergens net boven mijn knie. Tot mijn verbazing zag ik een ondeugend kijkend gezichtje tussen de boeken door steken.
"Kiekeboe, mama was weg?! Kijk Sorcha tussen boekjes!" En direct daarna de verklaring: "Mamaaaaa, Sorcha pipi doen!" In mijn haast was ik natuurlijk het dametje haar potje vergeten mee te nemen. En 'pipi doen' betekent NU. Bij deze was het dus aan mij om een spurt te zetten naar het dichtsbijzijnde toilet. Daar maakte ze fier een grote plas op de 'grotemensenwc'. Wel spijtig dat ze onderweg al was begonnen. Snel nog twee boekjes meegegrist, ingescand en dan als de wiedeweerga naar huis.

Na het verschonen, eten en te bed leggen even de boekjes ter hand genomen, om direct te beginnen lachen. Het ene heet "De schoenen van mama." en gaat over een kindje dat zijn mama niet meer vindt. Het andere lees ik sowieso vanavond voor. Dat heeft immers de toepasselijke titel: "Op je potje, konijn!"

Ondertussen beginnen er hier al wat ideetjes op te borrelen. Hoog tijd om te brainstormen en wat op papier te zetten dus.

Tot blogs!



OP JE POTJE, KONIJN












donderdag 9 januari 2014

Een nieuw jaar, een nieuw bericht.

Gelukkig Nieuwjaar !

We zijn vorige week begonnen aan het jaar 2014 en ook weer aan een nieuw vak.
Momenteel lijkt alles wat door elkaar te vloeien en probeer ik zo min mogelijk chaos te creëren.
Ik heb nog van enkele vakken een opdracht die moet worden afgewerkt. Toch wil de tijd hiervoor niet heel even blijven stilstaan. In december ben ik dan ook maar verder gegaan en ben ik met mijn blog voor RZL begonnen. Na veel denk en schrijfwerk lijkt het toch nog steeds niet echt weer te geven wat ik in mijn hoofd heb. Mijn teksten springen van de hak op de tak, omdat mijn gedachten dat ook vaak doen.
Ook lijk ik terug meer te twijfelen aan schrijfwijzen van bepaalde woorden.

Het examen taalvaardigheden heb ik al achter de rug, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat mijn hersencellen weer mogen vastroesten. Gelukkig krijg ik nog elke week een mailtje met een spellingstest. Hierdoor kan ik het toch een beetje onderhouden. De laatste twee testen waren niet goed genoeg, dus heb ik even de cursus taalvaardigheden weer opgefrist.Waar blijft nu die volgend test?

Het examen van mondelinge taalvaardigheden heb ik nog niet gedaan. Dat deel van de cursus heb ik online beluisterd en mee opgezegd. Mij leek het dat er toch niet zoveel verschil was tussen onze uitspraak. Denkelijk zit dat in mijn hoofd, aangezien ik in mijn conversaties met vrienden vaak zelf hoor dat ik die gruwelijke "a's" en "o's" overneem. Nu oefen ik wat door elke avond voor te lezen aan mijn dochtertje van 2. De laatste tijd wil het dametje echter zelf aan mama voorlezen. Dat mag natuurlijk. Hoe meer ik haar kan stimuleren om te praten, te lezen en te bekijken hoe beter. Misschien leer ik nog wel iets van die kleine spraakwaterval en kan ik het voor jullie typen op de "co-punker", zoals zij het noemt. Misschien post ik wel gewoon een lijst met nieuw uitgevonden woorden. Wie weet wordt het woord tomani's, voor kleine tomaatjes, ooit nog opgenomen in "De Dikke Van Dale".

Tot dan zullen jullie het moeten doen met af en toe een stand van zaken en misschien hier en daar een leuke link of boek.
Ik hou jullie op de hoogte!


maandag 9 december 2013

Artikels over taalontwikkeling bij peuters.

Gisteren kreeg ik het boekje "Brieven aan jonge ouders." in de bus. Toevallig stonden onderstaande, leuke artikels over taalontwikkeling erin. Het eerste gaat over de taalverwerving en taalcompetentie bij peuters en kleuters. Het tweede is eerder een prachtig voorbeeld van de conceptualiserende functie van taal.
Er staan mooie voorbeelden in van nieuwvormingen en geeft weer hoe makkelijk kinderen verbanden leggen door taal.

Als leerkracht (en/of moeder) krijgen we hier dagdagelijks mee te maken. Het is telkens opnieuw een bewijs hoe ingenieus die kleintjes omgaan met taal en hoe rijk hun woordenschat eigenlijk is.
Soms vind ik het zelfs jammer dat deze hoeveelheid aan prachtige woorden na een tijd verloren gaat.
Maar ja, het is en blijft immers een leerproces.

 




niet bekend. (2013). Taalontwikkeling: Na zijn tweede verjaardag. Brieven aan jonge ouders, 13/23&24 maanden, 6

Els. (2013). Taalontwikkeling: Springen met zonder voeten. Brieven aan jonge ouders, 13/23&24 maanden, 7

donderdag 28 november 2013

Een gedicht over spelling.

Vandaag is het donderdag 28 november 2013, dus ben ik al twee en een halve week met taalvaardigheden bezig. Soms lijkt mijn spelling eerder achteruit te gaan, dan dat ik iets bijleer. Bij elke zin begin ik te twijfelen over de schrijfwijze en in elk gesprek over de uitspraak. Aangezien de beste remedie om niet gek te worden "even ventileren bij de ouders" is, zijn zij hier uiteraard van op de hoogte.

Onlangs kreeg ik daarom van mijn moeder onderstaand, zeer passend gedichtje in mijn mailbox.

Nederlands moeilijk te leren?

Men spreekt van één lot, en verschillende loten,
Maar ’t meervoud van pot is natuurlijk geen poten.

Zo zegt men ook altijd één vat en twee vaten,
Maar zult u ook zeggen één kat en twee katen?

Laatst ging ik vliegen, dus zeg ik vloog.
Maar zeg nou bij wiegen beslist niet: ik woog,

Want woog is nog altijd afkomstig van wegen,
Maar is dan ‘ik voog’ een vervoeging van vegen?

Wat hoort er bij ‘zoeken’? Jazeker, ik zocht,
En zegt u bij vloeken dus logisch: ik vlocht?

Welnee beste mensen, want vlocht komt van vlechten.
En toch is ik ‘hocht’ niet afkomstig van hechten.

En bij lopen hoort liep, maar bij kopen geen kiep.
En evenmin zegt men bij slopen ‘ik sliep’.

Want sliep moet u weten, dat komt weer van slapen.
Maar fout is natuurlijk ‘ik riep’ bij het rapen.

Want riep komt van roepen. Ik hoop dat u ’t weet
En dat u die kronkels beslist niet vergeet.

Dus kwam ik u roepen, dan zeg ik ‘ik riep’.
Nu denkt u van snoepen, dat wordt dan ‘ik sniep’?

Alweer mis m’n beste, maar u weet beslist,
Dat ried komt van raden, ik denk dat u ’t wist.

Komt bied dan van baden? Welnee, dat wordt bood.
En toch volgt na wieden beslist niet ‘ik wood’.

‘Ik gaf’ hoort bij geven, maar ‘ik laf’ niet bij leven.
Dat is bijna zo dom als ‘ik waf’ hoort bij weven.

Zo zegt men: wij drinken en hebben gedronken.
Maar echt niet: wij hinken en hebben gehonken.

’t Is moeilijk, maar weet u: van weten komt wist,
maar hoort bij vergeten nou logisch vergist?

Juist niet zult u zeggen, dat komt van vergissen.
En wat is nu goed? U moet zelf maar beslissen:

Hoort bij slaan nu ik sloeg, ik slig, of ik slond?
Want bij gaan hoort ik ging, niet ik goeg of ik gond.

En noemt u een mannetjesrat nu een rater?
Dat geldt toch alleen bij een kat en een kater.

Je ziet, onze taal beste dames en heren,
is, net zoals ik al zei, best moeilijk te leren.


Een variant is ook te vinden in het boekje: Ik voel me wat bijzonder, Auteur(s) Dichter Onbekend.
Het gedicht heeft daar als titel:  De linguistieke logika van het Nederlands
Alle Nederlandse varianten hebben als bron een gedichtje van de bekende Charivarius (Gerard.Nolst Trenité), uit de bundel "Ruizerijmen" (1914).

Er bestaat ook een Engelse versie, die begint met "We'll begin with a box, and the plural is boxes", en die onder verschillende titels circuleert ("Why English is so hard", "The English Lesson"). Sommigen beweren dat de auteur onbekend is, maar het wordt ook wel onder de titel "Pluralities" toegeschreven aan de Amerikaanse linguïst Eugene A. Nida

Tip:
Misschien ook wel handig om te weten.
Zoek je een gedicht? Weet je alleen nog een regel van het gedicht, of slechts een paar woorden? Ga naar www.zeeuwsebibliotheek.nl. Klik op Catalogus, Uitgebreid zoeken,
Bestand: Gedichtencatalogus (in  plaats van catalogus zeeuwse bibliotheken).
Vul een regel uit het gedicht in en er komt een verwijzing naar de bundel waarin het gedicht is opgenomen. (Let wel... er zitten duizenden gedichten in de Gedichtencatalogus, maar natuurlijk niet alle).

Een grote verzameling gedichten over onderwijs en taal is te vinden op deze website: http://www.schildwacht.com/rita/taal/taal_gedichten_thema_welkom.html


Met dank aan de webiste van digischool.


zondag 24 november 2013

Boekenfestijn


Hoi,hoi,hoi, het is weer boekenfestijn!

Dit weekend eens lekker gaan snuisteren tussen oude en nieuwe boeken in de Nekkerhal te Mechelen.
Hier zijn wel enkele nadelen aan verbonden: er is altijd veel volk, ik kan nooit kiezen en ik heb sowieso altijd te weinig geld mee.- Misschien is dat laatste wel een pluspunt?!
Toch is dit elk jaar weer een beurs om naar uit te kijken.

Vandaag mag het voor mij echter niet te lang duren, aangezien ik zeker ook naar de kinderboekenmarkt wil van boekenhandel Pardoes. Vooral boeken met mooi getekende prenten kan ik niet laten liggen. De dochter is ondertussen al bijna twee en heeft een eigen willetje; dus heb ik me nu op het kopen van kinderboeken gestort in de plaats van kleedjes die ze toch niet wil aandoen. Als extra excuus heb ik dan ook nog mijn opleiding natuurlijk.

Aangezien dit bericht waarschijnlijk voor velen wat laat geplaatst is, raad ik aan om zeker volgend jaar een kijkje te gaan nemen.



Spellingsregels zijn overal.

Deze week ben ik elk vrij ogenblik bezig geweest met spelling.- Niet dat dat er zo veel waren hoor.
"Spelling? Toch niet moeilijk! Dat moet vlot gaan.", dacht ik bij mezelf. 
Toch lijkt de logica, en daarmee ook het gebruik van veel regels, aan mij voorbij te gaan.

Na enkele uurtjes turen op het scherm en vloeken, omdat ik nu al voor de derde keer hetzelfde woord fout schrijf, heb ik 20 minuutjes voor mezelf terwijl ik naar het werk rijd.
Even luid 'meezingen' met de radio zit er echter niet in. Na 1 liedje komt er een wedstrijdvraag. Men leest een zin voor en de kandidaten moeten het juist kunnen schrijven. Ja hoor, zelfs op Studio Brussel doet men aan taalvaardigheid! Elk bord dat ik onderweg tegenkom wordt ook kritisch bestudeerd. Her en der staan fouten geschreven die ik vroeger nooit zou hebben opgemerkt.

Bij aankomst op het werk ben ik toch vrij ingenomen met mezelf. Ik had de spelling juist (gegokt), heb veel fouten gevonden onderweg en de radio-omroepers mogen toch ook wel wat aan hun uitspraak doen. 
Begint de cursus zijn vruchten reeds af te werpen? Misschien wel, maar toch nog een lange weg te gaan.